Bron: www.vi.nl
In de wielrennerij werkte u direct met de sporters en zat midden in de actie. Nu staat u verder van de kleedkamer af. Hoe ervaart u dat?
‘In het wielrennen was mijn rol inderdaad totaal anders. Daar was ik in feite hoofdcoach. Het ging over tactiek, strategie en de wedstrijden. Maar na zestien jaar was dat mooi geweest. Sporters begeleiden is heel intens. Met de absolute wereldtop heb ik dat kunnen doen, maar nu ben ik me op een ander terrein aan het bekwamen. Ik weet vanuit de topsportkant wat nodig is om een organisatie op te bouwen die voldoet aan de top. De overlap aan de sportieve kant zit bij het programma. Met het beter maken van de sporters, het echte voetbalgedeelte, bemoei ik me niet. Wel heb ik veel contact met de coaches over de ontwikkeling van het programma. De spelers zeg ik gedag en ik vraag hoe het thuis gaat, maar verder heb ik afstand tot het sportieve deel.’
U liet in de loop der jaren al vaker vallen ooit een voetbalclub te willen leiden. Wat spreekt u daar zo in aan?
‘De sport zelf. Ik heb mijn hele leven het voetbal altijd zelf gevolgd. De grootsheid, de intensiteit, de beleving. Daar kreeg ik bepaalde ideeën bij. Hoe zou je in die sport nou het verschil kunnen maken? Waardoor je met minder middelen toch iets groots kan presteren. Het speelde altijd in mijn hoofd en daar had ik contact over met mensen binnen de voetbalwereld. Met het moment zelf had ik overigens geen rekening gehouden, want in feite had ik gedacht dat ik nog een paar jaar zou blijven in het wielrennen. Toen belde AZ.’
Door welke personen in het voetbal bent u geïnspireerd?
‘Op coachniveau heb ik met Erik ten Hag altijd veel gespard. In de jaren erna was bij Team Visma-Lease a Bike best een sterke verbinding met PSV. Vorig jaar zijn Peter Bosz en Marcel Brands in de Tour geweest. Vanuit het voetbal was er ook toenemende interesse in hoe wij in het wielrennen werkten. Met Max Huiberts, Alex Pastoor, Menno Geelen en Dennis te Kloese zijn in de loop der jaren ook contacten ontstaan. Ze zeiden allemaal: “Weet waar je aan begint, want de voetballerij is veeleisend, hard en ongenuanceerd.”’
Wat heeft u van Ten Hag opgepikt?
‘Hoe hij kijkt naar het opbouwen van een team, de karakters die hij verzamelt en managet en de standaarden die hij aanbrengt. Erik heeft me weleens uitgenodigd bij hem thuis en ik ben ook een paar dagen mee geweest op trainingskamp. Daar vroeg hij hoe ik bepaalde zaken zou aanpakken. Hij legt de lat enorm hoog en is daar consequent mee bezig. Hoe hij dat hele verhaal met Cristiano Ronaldo aanpakte is tekenend. Hij week niet af van zijn principes en bleef daar heel nuchter onder. Kalm, analyserend. Dat spreekt me aan en daarom hebben we ook een goede persoonlijke klik.’
In het wielrennen waren er ook Ronaldo’s die u moest zien te managen?
‘Dat was heel herkenbaar. Dat is ook wat ik bedoelde met de intensiteit als je met sporters werkt. Krijgt een vedette zijn zin niet, dan kan hij veel trammelant gaan maken en lijkt al het gedrag toegestaan, omdat hij toevallig een superster is in voetbal of wielrennen. Dat zuigt heel veel energie op. In mijn visie is dat absoluut niet toegestaan en daarom liet ik dat ook nooit liggen. Dat komt ook overeen met de cultuur van de All Blacks (de nationale rugbyploeg van Nieuw-Zeeland, red.). In het normale leven wordt zulk gedrag ook nooit geaccepteerd. Maar omdat het Ronaldo is of een andere topsporter kan het allemaal wél. Ook dat vond ik na zestien jaar mooi geweest. Voor mij is het nu goed om aan een breder plaatje te werken.’
Wat was de belangrijkste tip die uw voorganger Robert Eenhoorn heeft meegegeven?
‘Pas goed op jezelf. Het is een enorm veeleisende baan. Als je niet op tijd op de rem trapt en jezelf verliest in heel veel dingen, gaat dat ten koste van je creativiteit en het levensgeluk. Dag en nacht heel hard werken is niet zo moeilijk. Het is veel moeilijker om een avond je telefoon uit te zetten. Dat is wat hij bedoelde.’
Lukt dat?
‘Ik moet nog wel mijn weg vinden. Ik heb soms nog niet met mijn ogen geknipperd of mijn agenda zit vol. Ik had snel door dat er meer mankracht nodig was. De operationeel directeur van Team Visma-Lease a Bike, Jaap van Hulten, was op de markt. Hem heb ik binnengehaald en hij neemt veel algemene taken van mij over. Wat Max Huiberts doet – de scouting, alle telefoontjes, het hele transferspel – is veel meer dan een fulltimebaan. Het managen van de staf, het ontwikkelen van het programma en de structuur bouwen waarin coaches opereren, kan hij er eigenlijk niet bij hebben. Dat deel pak ik. Daar is ruimte voor, omdat Van Hulten nu bijvoorbeeld het stadion, de horeca en de veiligheid aanstuurt. De verdeling sport en algemene zaken is bij mij nu fiftyfifty.’
Herkent u inmiddels de uitkomsten in een recent rapport, waarin werd aangegeven dat de druk bij leidinggevenden in het voetbal veel groter is dan wij beseffen?
‘Zeker. In de aanloop naar de Tour de France was ik altijd bakken energie kwijt, maar er was geen afrekenmoment. Dat is in het voetbal anders. Het is iedere week afrekenen. De grootsheid is enorm. Iedereen is er mee bezig; de supporters, de media, de talkshows. Het is bijna een religie, dat is voor mij wel echt nieuw. Je kan wel een visie hebben, maar het is niet makkelijk om je niet te laten afleiden en los van de dagkoersen die visie na te streven.’
Welke lessen zou het topvoetbal kunnen leren van de wielersport?
‘Er zijn veel topsport overstijgende zaken die bij welke sport dan ook horen. Als ik het scoutingsproces van AZ bekijk, dan ben ik daar enorm van onder de indruk. Zo ver is het wielrennen niet. Dat komt ook doordat die sport veel kleiner is. In feite ken je iedereen. Terwijl er duizenden voetballers zijn waarvan wij het bestaan niet weten en die morgen wel bij AZ kunnen spelen. En die kunnen twee jaar later voor miljoenen verkocht worden. Daar kan het wielrennen van leren.’
‘Draai ik het om, dan is een kenmerk van het wielrennen dat de coaches op het individu zijn gericht. Voetbalcoaches zijn altijd op het collectief gericht. De aantallen zijn heel anders. Heb je vijf coaches op een ploeg, dan moet die coach nog altijd zijn aandacht verdelen over vijf voetballers. In het wielrennen op het allerhoogste niveau heeft één wielrenner twee coaches. Dat is een heel groot verschil. De individuele ontwikkeling sturen en elke dag feedback geven aan de sporter, is in het wielrennen meer ontwikkeld. Niet alleen daar, maar bijvoorbeeld ook in de atletiek en de zwemsport. Om hierin een verdiepingsslag te maken, hebben we onlangs Maarten Stekelenburg toegevoegd aan de staf. Hij gaat zich met de individuele begeleiding van spelers bezighouden.’
Toen Oranje en de clubs tien jaar geleden in een crisis zaten, kwam de KNVB met het rapport Winnaars van Morgen. U bent destijds gevraagd om uw visie te geven. Wat heeft u toen gezegd?
‘Ook dit. Als je bij Team Jumbo-Visma als zeventienjarige in het ontwikkelingsprogramma komt, is er iemand die dagelijks met je meeloopt. Die leert hoe je het vak uitoefent, hoe je je leven organiseert, of je de voeding thuis op orde hebt, hoe je maximaal herstelt. Bij AZ reiken we een programma aan zodat de spelers herstellen. Maar er zijn ook jonge gasten die zeggen dat ze moe zijn en die middag toch nog met hun vriendin moesten gaan winkelen. In het wielrennen zou eerder worden aangegeven dat je het niet gaat redden als je de manier van leven niet aanpast.’ ‘Zo gaan we bij AZ een boost geven met voeding. Met Jumbo hebben we de app The athlete’s foodcoach ontwikkeld. De basis is het herstel verbeteren en zicht krijgen op wat nodig is. Sommigen zullen concluderen dat ze het altijd zo deden, maar voor andere spelers zal er een wereld opengaan. Omdat ze te veel eten, te weinig eten of niet de goede voedingskeuzes maken. Kijk, je gaat er niet opeens een wereld van verschil mee maken, maar het is wel een klein stukje van de puzzel. Het hoort bij een topsportprogramma, waardoor de kans op succes groter wordt.’
Zijn voetballers daarvoor net zo ontvankelijk als wielrenners?
‘Tot nu toe ben ik onder de indruk van de mindset, de houding en de honger om beter te worden. Natuurlijk zijn er individuele verschillen, maar dat is in een wielerteam net zo. Er wordt vaak gezegd dat wielrenners veel meer topsporter zijn dan voetballers, alsof het een tegenstelling is. Dat is niet terecht. Voetballers en de coaches zijn enorm gedreven topsporters, die heel erg open staan.’
Met voortdurende begeleiding en apps dring je wel het privéleven binnen. Is daar weerstand tegen?
‘Wij bepalen niks. Dat deden we in het wielrennen ook niet. Je eet wat je zelf wil. Je gedraagt je zoals je zelf wil. Je maakt zelf je keuzes. Alleen: als je zeventien of achttien jaar bent, moet je er niet van uitgaan dat iedereen meteen weet wat nou gevraagd wordt om in de Premier League te kunnen spelen. Het gaat om het aanreiken van middelen, die helpen de maximale potentie te bereiken. Maar die persoon moet dat dan wel zélf willen. Het is nooit opleggen. Daar geloof ik absoluut niet in. Maar het is wel opvoeden. Als jij continu geblesseerd bent, dan kan je zeggen dat het pech is of dat je lichaam nu eenmaal zo is. Maar je kunt óók zeggen: hoe kan ik mijn lichaam en geest nog verder verbeteren?’
U heeft alle AZ-werknemers een exemplaar gegeven van het boek Legacy, over de successen van de Nieuw-Zeelandse rugbyploeg. Waarom?
‘Dat gaat precies hierover. Dat je niks oplegt, maar dat je het van onderaf laat komen. Ik heb het gegeven als introductie van het traject dat we nu bij AZ met alle medewerkers zijn ingegaan. De directie of de spelersgroep is niet de club, maar dat zijn al die bijna driehonderd werknemers. Het idee is een cultuur te bouwen, waarbij iedereen zich bewust is van zijn of haar gedrag. En de koppeling maakt naar het beter maken en laten groeien van AZ. Om een nog sterkere, professionelere cultuur te bouwen.’ ‘Op het moment dat ik bij het koffiezetapparaat roddel over mijn collega, dan ben ik onze cultuur aan het afbreken. Ik wil graag dat mensen beseffen dat hun gedrag heel veel mensen beïnvloedt als ze het AZ-logo dragen. Dat is een voorbeeld. Maar ook streef ik naar de houding dat wij de kennis van buiten toelaten. Nieuwsgierigheid: kan ik iemand laten meekijken om aan te geven wat nog beter kan?’
‘In Legacy wordt het heel mooi uitgelegd. Het is een team in verval. Alcoholmisbruik, grensoverschrijdend gedrag, slechte sportieve prestaties. In plaats van een sterke leider erboven zetten die autoritair zegt welke kant ze op moeten, hebben ze het neergelegd bij de spelers: “Wat denken jullie? Wat moeten wij doen als team om weer de trots van het land te worden?” Collectieve denkkracht, gedeelde verantwoordelijkheid. Dat is de essentie. Zodat ook medewerkers bij financiën en marketing nadenken over hoe hun gedrag het team beïnvloedt. We zijn nu midden in dat proces. Ergens in oktober gaan we waarden afspreken met elkaar en gaan we ons houden aan die cultuur.’
Wat drijft u?
‘Ik ben altijd heel breed geïnteresseerd geweest in sport. En dan vooral in prestaties die niet logisch zijn. Resultaten die niet volgens verwachting zijn. Dat is ook het verhaal van Jumbo-Visma geweest. De Tour de France winnen was onmogelijk. We hadden het kleinste budget en een verziekte sfeer. Toch is een groep mensen succesvol geworden door dingen anders te gaan doen. Zoals ook is gebeurd bij honkbalclub Oakland Athletics, met Billy Beane. Leicester City kampioen in Engeland, Union in België. San Antonio Spurs in de NBA. Maar ook Brentford en Brighton zijn verhalen die eigenlijk niet kunnen.’
‘Nu ik hier een half jaar ben, durf ik wel te zeggen: AZ hoort daar ook bij. Wat mij meer en meer intrigeert nu ik de cijfers ken en beter inzicht heb in hoe wij ons verhouden tot andere clubs, is dat dit verhaal niet voldoende bekend is. Sterker nog, ik denk dat zelfs mensen in Alkmaar het verhaal niet zo goed kennen. De insiders weten dat hier bijzondere dingen gebeuren. Maar ik denk dat het in Nederland en Europa veel bekender kan worden, dat het niet zo logisch is wat AZ al heel lang bereikt.’
Bij uw presentatie zei u dat AZ wilde investeren in het langer vasthouden van talenten. Jayden Addai en Ruben van Bommel zijn inmiddels al verkocht. Het uitspreken is mooi, maar in de praktijk ben je dan toch aan het opleiden voor Como en PSV?
‘Dan hebben we het over twee spelers. Maar er zijn ook heel veel spelers die hun contract hebben verlengd. Het overgrote deel blijft. Die zullen uiteindelijk ook gaan, maar het gaat erom dat we de kern een jaar langer kunnen houden. Natuurlijk gaat Kees Smit naar een grote Europese club. Alleen de vraag is: wanneer? Er komt ook alweer een geweldige nieuwe lichting aan. Ik heb laatst de overzichten gezien die Max maakt. De toptalenten zijn in het blauw getekend en dat zijn er heel veel. Ruim vijftig procent van de jongens die we opleiden, komt in het betaald voetbal terecht. En ze komen ook nog eens een keer bijna allemaal uit de regio. Hun kansen op speeltijd zijn hier heel groot. Die identiteit is al iets om trots op te zijn. Het is ook goed dat ze uiteindelijk verkocht worden. Maar het liefst pas nadat ze belangrijk zijn geweest in het eerste elftal. Dat blijft de insteek. Uiteindelijk willen we onze aanpak bezegelen met een prijs.’
U haalde eerder Leicester City en Union aan. Hoe overtuig je de selectie ervan dat een titel met AZ mogelijk is en dat je niet naar PSV hoeft omdat de kans daar historisch gezien groter is?
‘Eentje gaat er naar PSV. Daar kunnen we op focussen, maar er zijn er heel veel spelers die dat níet doen. In de nieuwste Youth League-lichting hebben alle spelers hun contract verlengd. Zij hebben heel veel binding met AZ en willen iets winnen met AZ. Met die jongens moet het ook lukken, op een jonge leeftijd. Want als ze 25 jaar zijn, spelen ze niet meer bij AZ. Als ik zie wat de salarissen zijn in het buitenland of bij een club die Champions League speelt, dan moeten we ons ook geen illusies maken dat we ze héél lang vast kunnen houden. In de window van drie of vier jaar die we hebben, moeten we het doen met grotendeels zelf opgeleide jongens. We gaan alles op alles zetten om het programma beter te maken. Met voeding, de toevoeging van Stekelenburg, met data.’
Met data liep AZ al best voorop, wat is daar nog te winnen?
‘Data laten landen in de praktijk, daar zijn we in het wielrennen flink mee bezig geweest en daar kunnen we bij AZ nog een flinke stap zetten. Dan gaat het om beslissingen maken over voetbal en nog beter begrijpen hoe spelers, het team en de tegenstanders functioneren. Wij hebben Tadej Pogacar helemaal kunnen ontrafelen en daar een gameplan op gemaakt, dat tegen alle gebruiken in het wielrennen in ging. Toen hebben ze ons voor gek verklaard. Dat vind ik ook het mooie aan AZ. Wij kunnen het succes niet kopen en moeten dus slimmer zijn.’
Na een grote transfer is de reflex bij supporters vaak: koop nou eens een speler van tien miljoen.
‘In de laatste tien jaar staat AZ gemiddeld op plek drie komma acht op de ranglijst van de Eredivisie. Als we gaan kijken naar ons bedrijfsresultaat zonder Europese inkomsten en transferinkomsten, dan is het uniek wat er gebeurt. Kijken we naar de jeugdopleiding, dan wordt het normaal gevonden dat AZ die goed op orde heeft. Maar hoe is dat ooit zo ontstaan? Überhaupt de keuze maken dat je verhoudingsgewijs zóveel investeert in de jeugdopleiding, is al opvallend. Er gaat ruim acht miljoen euro naar toe. Ajax, Feyenoord en PSV investeren absoluut gezien meer, maar afgezet tegen het totaalbudget gezien niet. Dat is heel bewust een enorme strategische keuze.’
‘Altijd is de vraag hoe ver de polsstok van AZ reikt. Nu hoor je best vaak dat AZ nooit zal doorbreken tot de topdrie of dat we ambitieloos zijn. Ik kijk daar heel anders naar. Ik vind het echt uniek wat hier gebeurt. Kijk in de top van Europa naar alle spelers die hier hun voetbalopleiding hebben gehad of door onderscheidende scouting zijn binnengehaald. AZ gaat tegen alle logica in. De echte sportliefhebbers zou ik gunnen dat ze dit verhaal wat beter kennen. Het verhaal van AZ hebben wij niet goed verteld de laatste jaren.’
Bij de wielerploeg heeft u twee keer een camerateam mee laten kijken, om van binnenuit te filmen hoe de werkwijze was. Bent u bij AZ van plan om met bijvoorbeeld Netflix of Disney in zee te gaan om het verhaal beter aan de man te brengen?
‘Ik denk dat zoiets een heel goede stap zou zijn voor ons. Dat is niet zo gebruikelijk in het voetbal, maar het zou bij AZ passen om dat juist wél te doen. Bij Jumbo-Visma zijn we gevolgd in een jaar dat we alles wonnen wat er te winnen viel.’
Maar ook draaide een cameraploeg mee in 2020, toen de Tourorganisatie u had weggestuurd en u vanaf een campingstoel langs het parcours zag hoe uw ploeg in de afsluitende tijdrit de wedstrijd verloor. Dat beeld heeft u achtervolgd.
‘Is dat nou zo erg? Sport is ook entertainment. Met emoties en teleurstellingen. Dat zijn wel voorbeelden waardoor je een groter publiek en grotere bedrijven kan aanspreken. Het gaat bedrijven niet zozeer om het logo, maar vooral om het verhaal dat je wilt uitdragen. Daarnaast zie ik veel mogelijkheden in de gebiedsontwikkeling rondom het stadion en het structureel uitverkopen van het stadion. Er zijn genoeg wedstrijden dat we tweeduizend kaarten over hebben. Dat is laaghangend fruit.’
Het frustreerde Eenhoorn dat in sportief opzicht de laatste stap maar niet wordt gezet.
‘Wij moeten dat helemaal geen frustratie laten zijn. Dan ga je voor jezelf een verwachting kweken. We blijven deze lijn volgen en op die manier komt die prijs steeds dichterbij. Afgelopen jaar scheelde het één minuut. Dan was het bezegeld. Dat had ik Max en Robert zeer gegund, dat zij die prijs hadden kunnen pakken. Juist door vast te houden aan onze filosofie en heel nadrukkelijk het perspectief te blijven bieden voor jeugdspelers, hebben we een levensader gecreëerd. Zou die wegvallen, dan loop je een groot deel van de transferinkomsten mis en ziet het plaatje er ineens heel anders uit. Wij hebben geen stadion met vijftigduizend plaatsen of dertig miljoen commerciële omzet.’
Wat is de begroting dit seizoen?
‘Een onzekere factor is dat we de Europese voorrondes door moeten komen voordat we ons verzekeren van de competitiefase. Operationeel gezien, zonder de transferinkomsten, staat AZ op min tien miljoen.’
Er wordt dus te veel betaald aan salarissen in verhouding tot de inkomsten?
‘Precies. Dat moeten wij ook uitleggen. Met transfers maken we dat ieder jaar goed, maar die garantie heb je vooraf niet. AZ is dus continu aan het ondernemen. Het tegenovergestelde van conservatief. Dit soort operationele verliezen zijn te verantwoorden, omdat de beslissingsprocedure die eronder ligt heel goed is. Door veel te investeren in de jeugdopleiding en de scouting, zijn de kansen heel groot dat je zo’n verlies terugverdient. We nemen continu risico, maar dat is gebaseerd op data. Dat neemt niet weg dat we de commerciële inkomsten met zes tot acht miljoen moeten laten groeien.’
Hoe dan?
‘We zijn vier miljoen gokgeld kwijtgeraakt, toch gaan we 700 duizend euro groeien. Dat is echt een topprestatie van de afdelingen commercie en marketing. Er zijn nog veel mogelijkheden. Het verschil met wielrennen: als Rabobank weer terugkomt op het shirt van Visma-Lease a Bike staan de kranten er vol van. Iedereen is trots, de fans vinden het knap. Een voetbalsupporter zou liever een shirt hebben met geen enkele sponsornaam erop. Het is een grote overwinning als wij een bedrijf binnenhalen. Het verhaal van AZ waar ik het de hele tijd over heb, dat spreekt veel bedrijven ook erg aan. Daar gaan wij echt nog groeien.’
‘En kijk eens hoeveel investeerders uit vooral de Verenigde Staten clubs kopen en oneindig veel geld investeren. Als je dat soort clubs op consultant basis kan ondersteunen, door ze te helpen met hoe je een scoutingsapparaat of opleiding bouwt, dan is dat een idee dat heel dicht bij ons staat. Ik kan me voorstellen dat clubs buiten Nederland daar een vergoeding voor betalen. Nu nodigen we iedereen uit. Als ik op het trainingscentrum loop, kom ik steeds mensen van internationale topclubs tegen. Maar ik zie het nog niet terug als verdienmodel. Dat is heel raar. Als je zo’n uniek concept hebt gebouwd en als er zoveel experts rondlopen, tien jaar lang al, moet het mogelijk zijn om dat te verzilveren.’
Jumbo-Visma heeft u van lelijk eendje tot de succesvolste wielerploeg ter wereld gemaakt. AZ zit op het niveau van structureel Europees voetbal en grote transfers. Wat is er nog meer uit te halen dan? Kampioen worden kan eigenlijk alleen als de andere drie allemaal zouden falen.
‘Het fundament dat Robert en Max hebben neergelegd, is geweldig. De uitgangspositie die is gecreëerd om het te doorbreken is daar. Toen ik kwam waren Pavlidis en Sugawara voor grote bedragen verkocht, waardoor de financiële uitkomst min of meer vaststond. Nu gaat weer hetzelfde gebeuren. Zou AZ die transfers niet hebben, dan gaat de club extreem naar beneden. Aan de ene kant gaat het om consolideren wat we hebben, want de concurrentie is ook achter ons groot. FC Utrecht ging ons vorig jaar voorbij op de ranglijst, FC Twente is een grote club, bij NEC is veel mogelijk.’
‘Daarom zeg ik ook: laten we eens met trots kijken naar wat we hebben en niet ontevreden zijn over wat we níet hebben. Aan de medewerkers vroeg ik laatst: Wie van jullie vertelt trots op een verjaardag wat we bij AZ hebben opgebouwd? Niemand stak zijn hand op. Iedereen vond het gewoon. Dat is ook een probleem van de regio, denk ik. Ik mag het zeggen, want ik kom uit Alkmaar. Laten we leren om met de borst vooruit te lopen. Dat doen mensen niet snel in Noord-Holland. Daar zitten ook mooie kanten aan, want daardoor blijf je nuchter en ga je niet zweven. Maar we hoeven onszelf ook niet tekort te doen. Het is veel leuker en mooier als je door díe bril naar AZ gaat kijken.’